HOE PLANT IK BOLLEN..?

Haalt u dit er allemaal weer uit straks???….

Hoe vaak dit niet gevraagd wordt, als men die duizenden bollen ziet staan in het vroege voorjaar….. Er zijn nog steeds tuiniers die
denken dat bloembollen er weer uit moeten, en veel werk met zich meebrengen en de vaste planten in de war sturen die later komen……Echt niet!
Als u werkt met verwilderingsbolletjes, krijgt u elk jaar meer! Er uit halen doen we al helemaal niet, en als u mooie duo-combinatie’s maakt profiteerd u juist van de vaste planten die
opkomen. Het loof laten we verdwijnen onder de opkomende planten en de bol laten we gewoon zitten. Op zandgrond zullen de meeste bollen die u hier ziet redelijk goed terugkomen, (ja, ook de tulpen) ze worden meestal wat kleiner en misschien dat u na een jaar of drie wat bij moet planten. Op zware klei is dat anders, daar zullen ze eerder verdwijnen. Van écht natte grond, houden alleen Leucoljum, kievitsbloem,  Camassia leichtlinii, en de Narcissus cyclamineus. Deze bollen koopt u dus liever niet in ‘droge’ vorm. 

Voorjaarsbloembollen moeten in de herfst worden geplant omdat ze een koude periode nodig hebben om in het voorjaar tot bloei te komen. De enige regel is dat voorjaarsbollen niet tijdens vorst moeten worden geplant. Het is het beste de vroegbloeiende bollen zo snel mogelijk na aankoop te planten. Met tulpen wacht je liever tot november, vanwege de vatbaarheid voor schimmelziekten in warme grond. Tulpen zijn ‘koele kikkers’ en houden van koude grond. Als je deze nog even moet opslaan, zorg dan dat ze donker ,droog en koel (tussen de 10 en 15 graden Celsius) én ventilerend bewaard worden.

Bollen die geschikt zijn voor verwildering hebben nog nét iets meer te bieden dan de andere bollen . Verwilderingsbollen blijven na de
bloei ook in de grond en komen ook ieder jaar terug, maar als bijkomend voordeel breiden ze zich uit, mits geplant onder juiste condities als licht en lucht. Verwilderingsbollen kunnen
zelfstandig fungeren, zoals sneeuwklokjes en krokussen in gazons en grasbermen, maar ze kunnen ook onderdeel uitmaken van een bestaande beplanting, bijvoorbeeld in plantvakken met bodembedekkers onder bomen
en heesters. Dus mínder werk en méér bol! feestje!

Waar?
Veel voorjaarsbloeiende bloembollen zullen in volle of gedeeltelijke zon willen groeien, maar veel redden zich ook in de schaduw. Tulp wil meer zon dan een Narcis, Galanthus vindt merendeel schaduw prima. De botanische tulpjes willen veel zon, gezien deze nog meer verwant zijn met hun familie hoog in de bergen.  Deze open bloemen zijn super voor bestuivers, maar zijn klein en bescheiden aanwezig.  
Bloembollen groeien bijna in elke omgeving, mits deze goede afwatering heeft. Bloembollen verrotten wanneer ze lang in het water staan (zie hierboven een aantal uitzonderingen) dus vermijdt omgevingen die veel overstromen. Dus venige grond of zware natte klei is duidelijk minder geschikt voor bloembollen.

Hoe?
Graaf een geul voor perk beplanting of individuele gaten . De vuistregel is:
de plantdiepte is gelijk aan 3 x de breedte/hoogte van bloembol.
(voorbeeld: een bol van 2cm hoog krijgt een laagje grond van 6 cm hoog boven zich) Overigens plant ik (met succes) veel dieper, wel 25 cm diep voor verwilderingsbollen. Dan kom je ze met tuinieren niet zo snel weer tegen, meer vorstbescherming, en ze vinden de weg naar boven echt wel. Dit geldt niet voor sieruien.
Plaats -niet duwen- de bollen zachtjes in de grond met de puntige kant boven. Zet grote bollen, 7 tot 20 cm uit elkaar en kleine bollen 3 tot 7 cm. Voor flinke parrot tulpen zou ik zeker 40/50 cm aanhouden. Eigenlijk kan er niets fout gaan want zelfs onderste boven komen bollen nog gewoon boven de grond. (Wie keert er nou 100 sneeuwklokjes om…???). Bedek de bollen met aarde en geef water, wanneer de grond nog niet nat is. En dan….kun je je gaan verheugen op wat komen gaat!

misschien is de beste tip voor tuiniers wel; de hoeveelheid bollen valt in je tuin altijd tegen. 100 tulpen lijkt een énorme berg, maar over een border is het echt niet overdreven…..